Op wie val jij?

Als je verliefd wordt, ontdek je op wie je valt. Dat geldt voor transgender jongeren net zo goed als voor andere jongeren. Zo ontdek je of je op meisjes, op jongens of op allebei valt.

Misschien weet je heel goed of je op jongens, meisjes of allebei valt. Maar misschien ook niet. Als je transgender bent, kan het best lastig zijn om erachter te komen:

• Je bent misschien vooral bezig met de vraag wie je zelf bent.
• Je voelt je misschien niet prettig in je lijf en hebt daarom nog niks met verliefdheid of seks.
• Je weet niet waarom je jongens of juist meisjes leuk vindt. Omdat je verliefd op ze bent? Of omdat je zelf ook een jongen of juist een meisje zou willen zijn?
• Je omgeving denkt misschien dat je homo of lesbisch bent, in plaats van transgender. Misschien dacht je het zelf ook wel.

Weet je niet op wie je valt? Maak je geen zorgen! Je hoeft het nog niet te weten.

Als je in transitie gaat, verandert je seksuele voorkeur meestal niet. Dus: als je vóór je transitie op meisjes valt, val je na je transitie meestal nog steeds op meisjes. Wel verander je vaak van 'label'. Bijvoorbeeld: toen je nog jongen was, noemden mensen jou heteroseksueel. Nu je als meisje leeft, noemen mensen je lesbisch.

Wist je vóór je transitie nog niet goed op wie je valt? Als je in transitie gaat, word je steeds meer jezelf en kom je dichter bij je gevoelens. En dan is het makkelijker om erachter te komen op wie je valt. Daarom gebeurt het wel eens dat iemand tijdens de transitie van seksuele oriëntatie verandert. 

Twijfel jij wat je bent en kom je er niet uit? Laat het los! Het zijn alleen maar hokjes. Hokjes zijn handig om snel iemand te kunnen plaatsen. Maar eerlijk is eerlijk: eigenlijk past niemand in een hokje.