Vruchtbaarheidscyclus
Elke maand bereidt je lichaam zich voor om zwanger te worden. Word je niet zwanger, dan word je ongesteld. Bloed en slijm uit je baarmoeder worden dan opgeruimd in plaats van gebruikt voor de zwangerschap.
Van eisprong naar bevruchting
Elke maand komt er een rijpe eicel uit een eierstok in de eileider terecht. Dit heet eisprong of ovulatie en gebeurt ongeveer twee weken na je menstruatie. Als je zonder voorbehoedmiddel hebt gevreeën en er een zaadcel in je eileider terecht is gekomen, kan er een bevruchting plaatsvinden. Je wordt dan zwanger. De bevruchte eicel beweegt door de eileider naar de baarmoeder.
Bedje van slijmvlies
Elke maand zorgen je hormonen er tegelijkertijd voor dat de wand van je baarmoeder wat dikker wordt met slijm en bloed. Het is eigenlijk een soort bedje van slijmvlies. Als je zwanger wordt, kan de eicel die bevrucht is met de zaadcel lekker zacht landen op dat bedje en zich erin nestelen.
Geen bevruchting: ongesteld
Als er geen eicel wordt bevrucht en je niet zwanger wordt, zit dat bedje van slijmvlies er eigenlijk voor niks. Daarom stoot je lichaam de binnenwand van de baarmoeder af: uit de vagina komt bloed en slijm. Het bloed en slijm dat uit je vagina komt als je ongesteld bent, zat dus eerst in je baarmoeder.
Je menstruatiecyclus begint als je ongesteld wordt. Dat is dag 1.
Eisprong: na ongeveer 2 weken springt een eitje van de eierstok naar de eileider. Dit eitje gaat dan op weg naar de baarmoeder. Rond deze periode kun je zwanger worden.
Als het eitje niet door een zaadcel bevrucht wordt sterft het af. Ongeveer 2 weken na de eisprong verlaten het eitje en slijmvlies je baarmoeder: je bent weer ongesteld.
Podcast over menstruatieklachten
Bekijk ook
Baarmoeder
Eierstokken, eileiders en eicellen
Meisjeslichaam
Zoek je hulp?
Geen antwoord kunnen vinden op jouw vraag?